P, S, A, en M modi

De P,S, A, en M modi zijn methoden om je camera te vertellen hoe ze belichting moeten vertalen naar een combinatie van sluitertijd en diafragma.

 

P of Programma.

 

In deze stand kiest de camera zowel het diafragma als de sluitertijd. Dit is gebaseerd op de aloude F16 regel.

De camera rekent hier zoveel mogelijk scherp op de foto en toch uit de hand kunnen fotograferen.

Als de sluitertijd te lang wordt kan je zelf nog de ISO verhogen via het menu.

De P stand is de zogenaamde kiekjes stand. Je hebt geen tot weinig controle over hoe de foto wordt.

 

S of Tv, S voor shutter speed of Tv voor timer value.

Bij de sluiter voorkeuze kies je de sluitersnelheid. De camera past hier het diafragma op aan.

Je kan langere sluitertijden kiezen om beweging vast te leggen of juist snellere sluitertijden om beweging te bevriezen.

 

A of Av, Aperture (Value) of Diafragma voorkeuze.

Hier stel je het diafragma in en de camera kiest de sluitertijd. Met een laag diafragma van ongeveer F1.4 tot F5.6 concentreer je de scherpte op je onderwerp en wordt de achtergrond wazig. (laag is vaag) met een hoog diafragma van ongeveer F8 tot F22 krijg je een grote scherptediepte en wordt zoveel mogelijk in je foto scherp.

 

M of manual.

In deze stand heb je de meeste controle, Je moet zelf het diafragma en de sluitertijd kiezen. Ook de ISO waarde bepaal je hier zelf. De iso waarde is altijd de laatste keuze omdat je ruis wil voorkomen.

Je wordt in deze stand bewust van de keuzes die je maakt.  De lichtmeting kan als richtlijn gehouden worden voor de juiste instelling.